Je wilt een song arrangeren. En meteen word je geconfronteerd met het maken van keuzes. Keuzestress! Welke bezetting moet ik kiezen? Welke toonsoort ga ik gebruiken? Hoe zorg ik ervoor dat alles goed zingbaar blijft?

Bij het maken van die keuzes gaat Rogier je helpen. Hij biedt je zijn stappenplan én diverse arrangeertechnieken aan, die het leven van jou, in de rol van arrangeur, een stuk eenvoudiger gaan maken. En niet alleen dat, ook de groep waarvoor je arrangeert gaat hier blij mee zijn! Logisch lopende melodielijnen, zingbare partijen en lekker snel instuderen zijn het resultaat.

Let op! Deze workshop is praktisch van opzet; droge theorie wordt direct omgezet in real-life toepassing.

Ritme wordt wel beschouwd als het meest elementaire en meest ‘nabije’ element van muziek. Ritme beweegt ons, letterlijk en figuurlijk. Bij bodypercussie ervaar je dit nabije element ook fysiek nabij; met, door en in je lijf.

In deze workshop gaat Jeroen dieper in op

-       De mogelijkheden en technieken van bodypercussie

-       De veelzijdige wisselwerking tussen zang/stem en bodypercussie

-       Het spelen en creëren van ritmische begeleidingen.

-       Bodypercussie-werkvormen voor koren en andere groepen.

-       Embodied learning; leren door bewegen.

Het leren van muziektheorie is een belangrijk onderdeel binnen muziek. Vaak lijkt het echter ver verwijderd van de krácht van muziek.

In deze workshop gaat Neil, samen met jullie, het slechte imago van ‘theorie’ afstoffen! Hoe zorg je ervoor dat theorie niet los komt te staan van het maken van muziek? Dat leerlingen theorie leren, zonder dat het taai of droog wordt?

Die vraag gaat Neil samen met jullie beantwoorden. En dat betekent dat deze workshop zelf ook zeker niet taai en droog wordt :), sterker nog, stroop je mouwen maar op, want dit wordt doen en ervaren! 

‘Ik kan niet arrangeren, want .... ik kan niet zo goed piano spelen/ik kan geen noten lezen/ik kan het niet opschrijven/ik kan het niet reproduceren/ik snap niet zoveel van muziektheorie/….'

Vaak zijn er honderden van dit soort redenen, waarom muzikanten, leerlingen en docenten het idee hebben niet in de wieg te zijn gelegd voor arrangeren. Dit is zonde en onnodig! We hebben allemaal oren en verbeeldingskracht en zijn in staat om te bedenken dat een trompetlijntje door iemand met een hoge stem op ‘wap wap wa’ geïmiteerd kan worden, of dat het een creatieve twist zou zijn als de melodie door een hele lage stem in plaats van een hoge stem gezongen zou worden.

Bij co-creative arranging stappen we weg van de bladmuziek en gaan we aan de slag met andere manieren om je creatieve arrangeerideeën te concretiseren en uit te bouwen. Sven geeft je al doende handvatten en ideeën om je leerlingen meer eigenaar te maken van het arrangement. Dat is pas echt samen muziek maken :).

Zangtechniek wordt vaak ingewikkeld gevonden, en dat is niet zo gek. Je instrument zit aan de binnenkant, je kunt het niet zien en er zijn geen knopjes of toetsen die je in kunt drukken om het te besturen. 

Maar waar begin je dan als je met een klas gaat zingen? Wat leg je wel en niet uit? Wannéer leg je iets technisch uit en waaróm? Wat zijn risico’s en limieten als het gaat om zingen met de klas? Wat zijn voorkomende zanguitdagingen die je tegen kunt komen in een klas?

In deze workshop neemt Elke je mee in de wereld van zangtechniek in de klas.

Dit doet zij aan de hand van het Universal Voice Systeem: het systeem, dat zangtechniek uitlegt in begrijpelijke taal.

Het systeem kent 8 klankkenmerken, 4 pijlers in de anatomie en 4 basis stemkarakters. Met deze onderdelen is het mogelijk om alle klanken te maken die je maar wilt. 

Je ervaart wat mogelijk is met jouw eigen stem en krijgt handvatten om praktisch met jouw klas aan de slag te gaan met zingen (en ondertussen verbeter je hun zangtechniek :)!)